1. De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat de onderdelen van het geautomatiseerde systeem die voor de in deze verordening beschreven inlichtingenuitwisseling noodzakelijk zijn, operationeel zijn, naar behoren worden onderhouden en verder worden ontwikkeld.
2. De Commissie en de lidstaten sluiten een overeenkomst inzake dienstverleningsniveau en stellen een veiligheidsbeleid voor het geautomatiseerde systeem vast. In de overeenkomst inzake dienstverleningsniveau worden de technische kwaliteit en de kwantiteit van de door de Commissie en de lidstaten te verlenen diensten bepaald teneinde een veilige werking van alle onderdelen van het geautomatiseerde systeem en van de elektronische communicatie te garanderen alsook de verantwoordelijkheden voor de verdere ontwikkeling van het systeem te verdelen.